Je kent het vast: een collega of bekende zegt dat hij het met je eens is, maar je vóelt afkeuring. Dat leid je bijvoorbeeld af uit een schuine blik, een zucht of een gezichtsuitdrukking. Dat kan je onzeker maken. Hoe ga je ermee om?
Is dit een steek onder water?
Als mensen iets anders zeggen dan wat ze bedoelen, kan dat voelen als een steek onder water. Er hangt dan ‘iets’ in de lucht. Ook via WhatsApp of e-mail kan zo’n onderhuidse spanning ontstaan. Bijvoorbeeld door korte antwoorden of door emoji’s.
Twee voorbeelden:
- Je neemt een derde koekje. Een vriendin reageert: ‘Is dat nou nodig?’
- Je vertelt een collega hoe je iets aanpakt. Hij zegt: ‘Je moet het helemaal zelf weten, maar ik zou het anders doen. Maar wie ben ik?’
In deze reacties kun je de mening of het oordeel van de ander voelen. Maar: wat bedoelt de ander nou eigenlijk? Je hoort een vraag verpakt in verzachtende woorden. Dat maakt je misschien onzeker. Je twijfelt: doe ik iets geks?
Check wat de ander bedoelt
Bijvoorbeeld:
- ‘Is dat derde koekje nou nodig?’
Jij: “Bedoel je dat je vindt dat ik het niet moet nemen?”
- ‘Je moet het helemaal zelf weten, ik zou het anders doen. Maar wie ben ik?’
Jij “Bedoel je dat je het verkeerd doe?’
Reageer
Misschien bedoelt de ander het goed en heeft hij of zij het ongelukkig geformuleerd. Dan is het een misverstand en kun je weer verder.
Als de ander je gedrag wél veroordeelt en als je je daardoor gekwetst voelt, kun je dat meteen benoemen. Reageer dan met een ik-boodschap. Bijvoorbeeld: Ik vind het vervelend dat je niet rechtuit zegt wat je bedoelt. Dat maakt me onzeker’.