Wanneer je het werkwoord ‘vergeven’ opzoekt in de Van Dale, lees je als eerste uitleg: ‘vergiffenis schenken’. Door het woord ‘schenken’ klinkt het als iets wat we cadeau doen of weggeven. Maar dat is vaak het laatste wat we willen wanneer iemand ons diep heeft gekwetst. Wat als we het eens ombuigen en ‘vergeven’ gaan zien als iets dat je vooral doet voor jezelf?
Vergeven als cadeau aan jezelf
Na een nare gebeurtenis (bijvoorbeeld een scheiding, je ontslag krijgen) blijven er soms een lange tijd sterke emoties voelbaar. Denk aan woede en verdriet. Of machteloosheid en een knagend gevoel van oneerlijkheid. Al deze gevoelens hebben één ding gemeen: ze kosten jou enorm veel energie en leveren niets positiefs op. Dat is zonde.
Iemand vergeven betekent niet dat je goedkeurt wat er destijds is gebeurd.
Het doel van vergeven is het loslaten van die negatieve gevoelens, zodat jij weer verder kunt met je leven. Daarom is het vergeven van een ander eigenlijk een geschenk aan jezelf. Vergeven houdt niet in dat je goedpraat wat de ander heeft gedaan. Vergeven houdt wél in dat je je weer op jouw toekomst richt, daar waar je invloed op kunt uitoefenen. Je laat het verleden rusten. Daar kun je toch niets meer bereiken of veranderen.
Vergeven, hoe doe je dat?
De eerste stap in het loslaten van negatieve emoties, is het toelaten en voelen van juist die emoties. Dit voelt vast eng: we zijn juist gewend om afleiding te zoeken of emoties te negeren. Maar hoe langer je jouw negatieve gevoelens negeert, hoe sterker ze worden en hoe meer energie het kost om het negeren vol te houden. Vergelijk het maar met het onder water houden van een bal. Dit lukt je een hele tijd, totdat je armen moe worden, verzuren, en de bal alsnog je gezicht in knalt.
Vergeven is een werkwoord
Dat betekent dat je er actief mee aan de slag kunt. Hoe pak je dit aan?
- Neem wat tijd voor jezelf en zorg dat je een fijne, rustige plek hebt waar je alleen kunt zitten. Zorg voor pen en papier zodat je wat op kunt schrijven.
- Sluit je ogen en ga in gedachten terug naar de situatie en de persoon die jou zo geraakt heeft. Wat zie je? Wat wordt er gezegd? Hoe heb je zelf gereageerd?
- Dit zal emoties oproepen. Benoem deze emoties hardop (‘ik ben boos’).
- Voel wáár de emotie in je lichaam het sterkst is. Voel je ergens een knoop, spanning of misschien zelfs pijn? Leg je hand op die plek en adem rustig door.
- Bedenk nu waarom je deze persoon wil vergeven. Wat gaat dit jou opleveren? Concentreer je op die positieve dingen. Wat gebeurt er als je de persoon en de situatie echt loslaat? Zie voor je hoe je leven positief verandert.
- Open je ogen. Neem je pen en papier en schrijf een (korte) brief aan de persoon die je wil vergeven. Omschrijf je gevoel. Schrijf letterlijk op dat je hem of haar vergeeft. Omdat je het jezelf gunt om vrij te zijn van de negatieve gevoelens.
- Bedenk wat je met jouw brief wil doen en wat goed voelt voor je. Bewaren, verbranden of misschien zelfs versturen? Misschien wil je de inhoud bespreken met iemand die jij vertrouwt?
- Sluit de oefening daarna af en ga iets anders doen wat je een fijn gevoel geeft.
Deze oefening moet je waarschijnlijk meer dan eens herhalen. Dat geeft niet. Actief aan de slag gaan met vergeven kost tijd en moeite. In ruil daarvoor krijg je vrijheid en een lichter gevoel terug.
Wanneer er geen ‘dader’ is
Er zijn ook situaties waarin er geen duidelijke persoon is om te vergeven, maar waar je wel erg boos of verdrietig over bent. Bijvoorbeeld wanneer je kind erg ziek is. Of je huis is afgebrand na een blikseminslag. Je kunt de stappen hierboven nog steeds gebruiken om de heftige emoties meer een plek te geven.
Als de gevoelens te heftig blijven of je komt er in je eentje niet uit, schakel dan hulp in! Een psycholoog kan je hier goed in ondersteunen. En die hulp mag je jezelf gunnen.