Met je dierbaren in gesprek over psychische klachten
“Ze begrijpen me toch niet”, “ik los het wel alleen op” en “straks denken ze dat ik gek ben”. Mensen vinden het vaak lastig om hun gevoelens en klachten te bespreken met anderen. Ook de meest dierbare mensen (ouders, een partner) zijn vaak niet helemaal op de hoogte. Schaamte en angst voor afwijzing of veroordeling kunnen daar de reden voor zijn. Of negatieve ervaringen in het verleden. Op hun werk vertelt zelfs maar een derde van de mensen over psychische worstelingen die ze ervaren.
Vicieuze cirkel
Je psychische klachten houd je nu misschien voor jezelf, maar daardoor wordt de last die jij in je eentje draagt groter. De mensen om je heen leven namelijk ‘gewoon’ verder. Hierdoor ga je je meer eenzaam en onbegrepen voelen. Misschien trek je je zelfs meer terug. Dat kan juist voor meer psychische klachten zorgen. Deze cirkel doorbreek je alleen door je emoties toch te uiten en te delen, vòòrdat “de emmer overloopt”. Opgekropte emoties kosten namelijk heel veel energie! Stel je eens voor hoe fijn het zou zijn als die last van je schouders valt.
Het vraagt moed om je kwetsbaar op te stellen. Toch is het de moeite waard! Als mensen om je heen weten dat je niet lekker in je vel zit, kunnen ze daar rekening mee houden. Mensen kunnen jou niet steunen of helpen als ze niet weten wat er in je omgaat. Open zijn over je klachten kan ook zorgen voor meer verbinding tussen jou en de ander. Misschien kom je er wel achter dat de ander soortgelijke klachten heeft gehad. Dan voel je je ineens minder alleen. Dit is ook een van de redenen dat lotgenotencontact meestal fijn is.
Je mag helemaal bepalen of – en aan wie – jij iets vertelt over jouw klachten. Stel dat je het gesprek aan wil gaan, hoe pak je dat dan aan?
Bedenk met wie je wil praten
Misschien heb je al iemand in gedachten? Met wie je praat over jouw klachten hangt ook af van wat je er mee wil bereiken. Als je alleen begrip of een luisterend oor wil, dan is praten met een lieve vriendin, je partner of een fijne buurvrouw een goede start. Als je psychische hulp nodig hebt, dan is een gesprek met je huisarts op zijn plaats.
Kies een goed moment voor jullie beiden
Bedenk wat een goed moment is om het gesprek aan te gaan. Wanneer is de kans op een fijne reactie van de ander het grootst? Waarschijnlijk is dat een moment waarbij er geen afleidingen (televisie, tablets, telefoons) zijn en de ander in een neutraal of goed humeur is.
Het kan helpen om het gesprek “aan te kondigen”
Benoem aan de ander dat je met hem of haar wil praten over iets wat moeilijk voor je is. Zeg bijvoorbeeld: “Kunnen we even praten? Ik voel dat ik het heel spannend vind, maar ik wil je vertellen wat er de afgelopen tijd speelt in mijn leven.” Zo zet je de toon voor een veilig, serieus gesprek.
Bedenk én benoem wat je nodig hebt van de ander
De persoon die je verhaal hoort, geeft om je en wil je waarschijnlijk graag helpen. Met soms (ongevraagde) adviezen, tips en ideeën tot gevolg. Het kan helpen om vòòraf te benoemen wat je van de ander nodig hebt. Bijvoorbeeld: “Ik wil graag dat je alleen naar me luistert. Je hoeft het niet op te lossen voor me.” Of “Wil je met me meedenken over hoe ik deze situatie kan verbeteren? Ik kom er zelf niet uit.” Als je zelf duidelijk bent, is de kans op een fijn gesprek groter.
Als de ander onprettig reageert…
…dan ligt dat niet aan jou! Niet iedereen kan goed omgaan met ‘moeilijke’ gespreksonderwerpen. Als je merkt dat het gesprek anders loopt dan verwacht, houd het dan kort. Geef de ander tijd om te verwerken wat je zojuist hebt verteld. Het kan behoorlijk schrikken zijn als iemand je (onverwacht) vertelt dat het niet goed gaat. Soms zijn er meerdere gesprekken nodig. Daar kan je iets over afspreken met elkaar. Het is ook fijn om na een ‘zwaar’ gesprek samen iets luchtigs te doen. Ga bijvoorbeeld samen wandelen.