We vinden het vaak lastig om over onze psychische worstelingen te praten. Zelfs familie en vrienden vertellen we niet alles. Laat staan collega’s. Vanwege schaamte of angst voor afwijzing houden we het liever verborgen. Dat kan je een eenzaam gevoel geven. Als je open bent, voel je meer verbinding. Deze gesprekstips helpen je daarbij.
Bedenk met wie je wil praten
Met wie praat je over jouw klachten? Dat hangt af van de band die je met iemand hebt én met je doel. Wil je een luisterend oor? Dan is een gesprek met een lieve vriend(in) of buur al fijn. Zoek je iemand die je kan steunen bij lastige situaties op het werk, dan is een gesprek met goede collega of bedrijfsmaatschappelijk werker een goede optie.
Kies een goed moment
Kies een locatie en tijdstip die voor jou goed voelen. Misschien wil je een rustige locatie waar je rustig 1-op-1 kunt praten of vind je het juist fijn als er wat rumoer is op de achtergrond. Plan de afspraak ruim in, je wilt geen tijdsdruk voelen als je in gesprek bent.
Kondig het gesprek aan
Vertel de ander dat je met hem of haar wilt praten over iets wat lastig voor je is. Zeg bijvoorbeeld: ‘Kunnen we binnenkort even praten? Ik voel dat ik het heel spannend vind, maar ik wil je vertellen wat er de afgelopen tijd speelt in mijn leven.’ Met zo’n boodschap zet je de toon voor een veilig en serieus gesprek.
Bedenk wat je nodig hebt van de ander
Benoemen vooraf wat je van de ander nodig hebt. Bijvoorbeeld: ‘Ik wil graag dat je alleen naar me luistert. Je hoeft het niet voor me op te lossen.’ Of ‘Wil je met me meedenken over hoe ik deze situatie kan verbeteren? Ik kom er zelf niet uit.’ Als je zelf duidelijk bent, is de kans op een fijn gesprek groter.
Gun de ander wat tijd
Geef de ander tijd om te verwerken dat het niet zo goed met je gaat. Vrienden of familie kunnen er van schrikken. Het kan fijn zijn om een nieuwe afspraak te maken. En ook om een ‘zwaar gesprek’ af te sluiten met iets luchtigs.
Merk je dat het gesprek niet loopt zoals je had verwacht, houd het dan kort. Realiseer je dat niet iedereen goed kan omgaan met ‘moeilijke’ onderwerpen.