Deze oefening is bedoeld om je aan het denken en aan het doen te zetten. Zodat jij je mentale veerkracht kan vergroten. De oefening is door een hulpverlener ontwikkeld of getest. Vandaag richt je je op jouw manieren van omgaan met problemen (coping) en stress. Die ga je onderzoeken.
Hoe ga jij met problemen om?
Iedereen krijgt in zijn of haar leven te maken met problemen. Maar hoe je reageert op tegenslagen verschilt per persoon. “Iemand kan bijvoorbeeld snel in de put raken als hij in een lastige situatie zit. Iemand anders wil het probleem misschien juist actief aanpakken. Jij reageert waarschijnlijk ook niet altijd hetzelfde op tegenslagen”, aldus Eric Smets, hoopverlener bij GGzE. De manier waarop je met problemen omgaat wordt ook wel coping genoemd.
Verschillende strategieën voor coping
Per situatie kan je coping dus verschillen. Dat is ook nuttig: soms werkt het actief aanpakken van een probleem heel goed, behalve als je probleem niet actief aan te pakken of op te lossen is. Bijvoorbeeld als je definitief afgewezen bent na een sollicitatiegesprek voor je droombaan. Dan kan afleiding zoeken meer helpend zijn. Of over je emoties praten met een vriendin. Zo zie je maar dat er veel verschillende manieren zijn om om te gaan met tegenslagen.
“Die reep chocolade voelt héél goed op het moment dat ik hem eet. Dan is er even geen stress en ben ik alleen maar van de smaak aan het genieten. Maar zodra de reep op is begint er een schuldgevoel te knagen. Vijf minuten later ben ik meestal misselijk. En mijn problemen zijn er niet door opgelost. Dan baal ik echt van mezelf.”
Welke copingstijlen zijn er allemaal?
Actief aanpakken | Je gaat actief aan de slag om je probleem op te lossen. |
Afleiding | Je zoekt afleiding van je probleem. Dit kun je doen door te wandelen, televisie te kijken, vrienden te bezoeken, muziek te maken of te luisteren, te lezen, het huis op te ruimen, te sporten, uit te gaan. |
Vermijden | Je wilt je niet met je probleem bezig houden. Je praat er niet over en denkt er zo min mogelijk aan. Het kan ook zijn dat je jezelf verdooft met alcohol of medicijnen. |
Passief | Het probleem zorgt ervoor dat je als het ware bevriest. Je hebt moeite om keuzes te maken en wacht af wat er gebeurt. |
Sociale steun zoeken | Je zoekt steun bij vrienden en familie. Je praat over je probleem en vraagt om hulp. |
Nadenken | Je denkt veel na over je situatie. Dit kan ervoor zorgen dat je veel piekert. Het kan ook zo zijn dat je jezelf gerust kunt stellen met helpende gedachten. |
Emoties uiten | Als je je emoties zoals boosheid en verdriet uit, is dat een effectieve copingstijl. Je laat zien wat je voelt en wat er in je omgaat. Je emoties opkroppen kan juist voor klachten zorgen. |
Anderen de schuld geven | Dit is een copingstijl die niet helpt. Schuldgevers geven anderen de schuld en vergeten hun eigen aandeel in het probleem. |
Humor | Humor kan heel relativerend werken. Het haalt de druk van de situatie. Behalve als je echte problemen gaat weglachen. |
Mediteren, yoga, mindfulness of bidden | Je mediteert of bidt om de pijn van je problemen te verzachten. Uit onderzoek blijkt dit erg effectief in het verminderen van stress in je lichaam. |
Misschien merk je dat jouw manier van coping je niet meer helpt. Als je weet welke copingstijl je vaak gebruikt, dan kun je onderzoeken of een andere copingstijl beter past bij het oplossen van je probleem.
Misschien herken jij nog wel een andere strategie bij jezelf. Je eet bijvoorbeeld standaard een zak drop leeg als je gefrustreerd bent. Waar het vandaag om gaat, is je bewust worden van hoe jij reageert. Zodat je kan besluiten of je daar tevreden mee bent of niet.
Aan de slag met jouw coping
- Neem pen en papier of open een leeg document voor jezelf. Bekijk de tabel hierboven op je gemak.
- Stel jezelf de volgende vragen en schrijf je antwoorden op: Welke manieren van omgaan met problemen herken jij bij jezelf? Ben jij tevreden over jouw strategieën in het omgaan met problemen? Helpen jouw strategieën jou verder richting een fijn leven?
- Nu heb je wat informatie verzameld voor jezelf. Misschien roept dat al onrust op, of kijk je er juist tevreden naar. De volgende stap is bepalen of jij iets wil veranderen.
- Kijk naar de strategieën waar jij niet zo tevreden mee bent. Of die je niet verder helpen. Op wat voor manier zitten ze jou in de weg? Schrijf dat voor jezelf op.
- Bedenk welke strategie je wil veranderen. Wat zou je anders willen doen? Oefen hiermee in je dagelijks leven.
Het helpt om afspraken te maken met jezelf, zoals:
- “De volgende keer dat ik de drang voel om een chocoladereep te eten, bel ik eerst mijn beste vriendin op”
- “Als ik weer iemand anders de schuld heb gegeven van mijn probleem, bied ik gelijk mijn excuses aan”
- “De volgende keer dat ik boos ben schrijf ik een brief aan degene waar ik boos op ben”
Hoe vaker je een nieuwe strategie inzet om je problemen aan te pakken, hoe makkelijker dat voor je wordt. In het begin is het even zoeken, maar dat geeft niet. Gedrag veranderen is een proces. Als je blijft oefenen en aardig voor jezelf blijft als het een keer mis gaat, ben je op de goede weg.
Veel succes met oefenen.
Alle oefeningen
Deze oefening helpt om je mentale gezondheid te versterken. Wil je er meer uitproberen?