Ongeveer 1 op de 10 kinderen heeft een beperking. Dat wil zeggen dat ze sommige dingen anders doen dan andere kinderen. Heb je het gevoel dat jouw kind zich anders ontwikkelt dan leeftijdsgenoten? Praat erover met het consultatiebureau of de huisarts.
Dit kun je doen als jouw kind zich anders ontwikkelt
Een lichamelijke beperking wordt vaak al snel na de geboorte opgemerkt. Het betekent dat een deel van het lichaam niet goed of anders functioneert. Denk aan: bewegen, lopen, zien of horen. Verstandelijke of psychische beperkingen worden vaak later ontdekt. Bijvoorbeeld als blijkt dat een kind dingen minder goed kan onthouden of het moeilijk vindt om contact te maken met anderen.
- Extra ondersteuning
Soms hebben kinderen extra ondersteuning nodig. Denk aan begeleiding, therapie of medische zorg. Als duidelijk is wat er aan de hand is, kan het consultatiebureau of de huisarts ervoor zorgen dat jouw kind de hulp krijgt die nodig is. - Hulp op school
Zie je dat het niet goed gaat met je kind op school? Trek dan aan de bel. Bespreek je gevoel met de leerkracht of de directeur. Misschien herkennen ze jouw signalen of kunnen ze je kind extra in de gaten houden. De school kan bijvoorbeeld hulp geven bij leren, faalangst of gedragsproblemen.