Een psychische stoornis heb je niet alleen. Ook voor naasten heeft het gevolgen. Er kunnen zorgen en een gevoel van machteloosheid ontstaan. Soms betekent het dat er regelmatig zorg geboden moet worden, zoals: persoonlijke zorg, praktische hulp of emotionele ondersteuning. Mantelzorg dus eigenlijk. Anne weet hoe dit is. Bij haar man is er sprake van een terugkerende depressieve stoornis. Eens in de zoveel tijd raakt hij in een depressie die een halfjaar tot een jaar duurt. Voor Anne betekent dit meer zorgtaken: voor haar man, de kinderen én het huishouden.
“Wij zijn samen sinds mijn 18e en nu 25 jaar verder. Elke relatie kent hoogte- en dieptepunten, maar een psychische stoornis zet er wel extra druk op”, vertelt Anne. De eerste keer dat een depressieve episode aanbrak, herkende ze het nog niet als een depressie. “Die eerste keer was erg lastig. Ik was nog jong, wilde hem tevreden stellen en cijferde mezelf weg. En hij twijfelde aan zichzelf en mijn liefde voor hem. Hij kon moeilijk geloven dat ik van hem hield en maakte het uit.” De breuk was van tijdelijke aard en ze kwamen weer bij elkaar. Dat er echt iets aan de hand was, bleek tijdens de tweede depressieve periode. “Hij kwam niet van de bank af, ondernam niks. Ik trof hem ’s avonds aan zoals ik hem ’s ochtends had achtergelaten.” Dat werd het startpunt van behandeling.
Begrip moest groeien
Een terugkerend aspect van de depressie is zijn twijfel over de relatie en haar liefde. Door de somberheid ziet hij daar weinig positiefs meer in. Anne heeft zich lange tijd zorgen gemaakt dat hij haar in deze periodes zou verlaten. Maar inmiddels weet ze dat dit onderdeel van het decor van zijn depressie is. “Ik ben niet meer bang dat hij weggaat en weet dat ook deze periode weer voorbij gaat. Ik heb geaccepteerd dat dit onderdeel is van hem.” De acceptatie en het begrip was er niet vanaf het begin. “Ik was er ook weleens boos over. Na een drukke werkdag moest ik ook nog boodschappen doen en de was opvouwen. ‘Wat heb jij nou thuis gedaan?!’, dacht ik dan.”
Er écht over praten
Wat helpt is dat ze er openlijk over spreken samen. Gevoelens worden benoemd en er wordt naar elkaar geluisterd. Haar studie Geneeskunde hielp bij het vergaren van kennis over depressies. Ze werkt inmiddels als arts. Van collega’s en vrienden uit de medische wereld krijgt ze vaak veel begrip voor haar situatie. Zij snappen wat het inhoudt. Dat is niet altijd zo vanzelfsprekend. “Ik kreeg weleens commentaar wanneer mijn man niet meekwam naar een feestje. ‘Een feestje is toch leuk? Hoe kan hij dat nou niet leuk vinden?’ kreeg ik dan te horen. Of ze kwamen met adviezen en tips. Maar het is oké dat niet iedereen het begrijpt. En eigenlijk is het altijd goedbedoeld.”
Goed met elkaar praten, noemt Anne een belangrijke factor in de relatie. Er zijn geen geheimen voor elkaar. “We hebben ook besproken of hij er geen einde aan wilt maken. Dat is niet het geval. Ik vond het belangrijk om te weten of hij veilig is, dus ik begon dat gesprek. Ik denk dat het belangrijk is om het hier open over te hebben. Heeft mij ook gerustgesteld dat het voor hem geen optie is.” Het openlijk met elkaar praten, heeft de relatie alleen maar versterkt. Ondanks dat het vaak genoeg moeilijk en verdrietig was, en is. “Uit dieptepunten kan je leren voor je relatie in de toekomst. In zijn depressieve episodes heeft mijn man veel bevestiging nodig. Dat ik écht van hem houd, bijvoorbeeld. Dus dan geef ik hem telkens een soort liefdesverklaring; dat heeft ook wel iets moois.”
Een eigen netwerk
Ontspanning vindt ze bij haar toneelgroep: “Daar kan ik me uitleven”. Ook heeft ze een eigen vriendenclub waar ze terecht kan. “Ik stimuleer mijn man om ook zijn eigen vrienden te bellen, zodat ik niet het enige aanspreekpunt ben.”
Met vallen en opstaan hebben ze leren omgaan met zijn ziekte. De depressieve periodes zijn tegenwoordig minder diep en hebben minder impact op het dagelijkse leven. En heel belangrijk: “We weten ook dat het weer overgaat”.
Meer info
- Op de website van MantelzorgNL vind je meer informatie.
- Praten of chatten over zelfdoding kan anoniem met 113 Zelfmoordpreventie.