“De eerste keer dat Geert depressief was, wist ik niet wat er gebeurde. We waren allebei begin 20, studeerden en waren verliefd. Opeens was er die donkere wolk. Geert kon niet geloven dat ik echt van hem hield, dacht dat ik beter af zou zijn zonder hem en wilde onze relatie stoppen. Die dip duurde kort. Dat er écht iets met hem aan de hand was, bleek later pas. Hij was aan het afstuderen maar kwam tot niks. Ik trof hem ’s avonds aan zoals ik hem ’s ochtends had achtergelaten. Toen hebben we hulp gezocht.
Nu, 20 jaar later, hebben we geaccepteerd dat depressies een onderdeel zijn ons leven. Maar in het begin was ik vaak boos en teleurgesteld. Bijvoorbeeld als ik na een drukke werkdag thuis meteen aan de slag kon met opruimen, afwassen, was vouwen. Geert krijgt in zulke periodes niets uit zijn handen. Zijn leven voelt dan donker en somber. Hij twijfelt aan zichzelf, aan zijn rol als ouder en als partner. Ik ben weleens bang geweest dat hij zijn banden met mij en de kinderen zou verbreken. Inmiddels weet ik dat de depressie altijd weer overgaat.
We kunnen het er samen goed over hebben. Daarin gaan we niks uit de weg. Als het slecht gaat bespreken we bijvoorbeeld ook gedachten aan zelfdoding. Het heeft me gerustgesteld dat dit voor hem geen optie is. Voor mij en de kinderen is het belangrijk om te weten of hij veilig is.
Naar familie en vrienden zijn we er open over. Onze kinderen weten dat Geert soms minder aanspreekbaar is, dat ze hem dan niet moeten lastigvallen. Zelfs hun vrienden die over de vloer komen, ontzien Geert dan. Zonder medelijden, maar gewoon als iets wat er nu eenmaal bijhoort.
Ik doe mijn eigen dingen, ik zing in een koor en ben bij een toneelclub. Daar laad ik van op. Van vreemden krijg ik soms commentaar. Bijvoorbeeld als Geert niet meekomt naar een optreden of voorstelling. Of ze komen met adviezen en tips. In het begin stoorde mij dat, maar ik weet dat zulke adviezen eigenlijk altijd goed zijn bedoeld.
We hebben leren omgaan met zijn ziekte. Het was vaak moeilijk en verdrietig, maar raar genoeg heeft het ook mooie kanten. In zijn depressieve episodes heeft Geert bijvoorbeeld veel bevestiging nodig. Dat ik écht van hem houd, bijvoorbeeld. Dan geef ik hem telkens een soort liefdesverklaring. Hij doet hetzelfde bij mij. Dat heeft iets moois. Alsof we steeds opnieuw bevestigen dat we samen door willen.”