Soms kom je er pas achter dat je niet goed voor jezelf hebt gezorgd als het al te laat is. Dat gebeurt 4 op de 10 werkenden in ieder geval ééns in hun leven; als ze burn-outklachten krijgen. Hoe dat precies werkt, daar kom je in veel gevallen pas achter als je het zelf meemaakt. Of in mijn geval in de nabije omgeving: een partner met een burn-out.
Mijn partner Gerard (dat is niet zijn echte naam) heeft een drukke baan en vindt zijn werk erg leuk. Hij wil het graag goed doen. Wat collega’s van hem vinden of aan hem hebben, vindt hij belangrijk. Hij heeft in deze baan voor het eerst de kans om zijn capaciteiten ten volle te benutten. Gerard groeit er enorm van en krijgt steeds meer zelfvertrouwen. Toch bereikte hij in november een moment dat hij niet meer verder kon. Hij bleef een dagje thuis. Daarna probeerde hij het weer. Dat ging niet. Hij bleef 2 dagen thuis. De week erna was hij op woensdag niet meer in staat om te werken. Zijn energie was helemaal op. Een burn-out dus. Achteraf gezien liep Gerard al een hele tijd op te toppen van zijn tenen.
De eerste twee weken dat hij thuis was, lag hij de hele dag te slapen. Hij voelde zich niet alleen geestelijk en lichamelijk moe, maar ook misselijk. Zijn armen en benen helemaal zwaar van vermoeidheid. En hij staat bol van de spanning. Langzaam wordt ons duidelijk dat dit eerder een kwestie van maanden dan van weken wordt. In het begin is hij tot bijna niets in staat. Een wandeling over de hei is zo veel voor hem, dat hij op de terugweg in de auto zit te huilen.
De afspraken met de bedrijfsarts waren spannend. Wat zal het advies zijn? Wat wordt er van hem verwacht? Hoe gaat zijn manager reageren? Hoe ziet de toekomst eruit? Hij maakt zichzelf wijs dat hij op 1 januari weer fulltime zal gaan werken. Maar het wordt opbouwen. Eerst iedere dag maximaal 1 uur werken. Daarna wordt het iedere 3 weken 1 uur per dag erbij. En de bedrijfsarts adviseert hem om naar een haptonoom te gaan. Ook dat vindt hij heel spannend.
De haptonoom helpt Gerard om in zijn lichaam te voelen waar zijn grenzen liggen. Dat gebeurt door oefeningen te doen en het er daarna over te hebben. Ze pakt allemaal materiaal uit een kast en vraagt hem of hij het even wil vasthouden. Ze stapelt zijn armen helemaal vol met spullen. Dat blijkt achteraf de oefening al te zijn. Wanneer geef je aan dat het je te zwaar wordt? Gerard zei pas iets toen hij dat punt al voorbij was. Als je het moeilijk vindt om met je hoofd je grenzen te herkennen, blijk je die in je lichaam al wel te voelen.
Wat je als kind hebt geleerd, blijkt voor en tijdens een burn-out een grote rol te spelen.
Het aangeven van grenzen is veel gemakkelijker als je door je ouders hebt meegekregen dat je belangrijk bent. Dat er rekening met je gehouden wordt. Dat je ouders hun eigen grenzen op een goede manier aangeven. Dat heeft Gerard van huis uit niet meegekregen. Hij wordt zich ervan bewust dat het een van de oorzaken is dat hij steeds over zijn eigen grens heen gaat. Door toch nog even een collega te helpen. Door geen nee te zeggen. Door alles alleen op te willen lossen. Door niet geleerd te hebben hoe je over je gevoelens kunt praten.
Weer aan de slag met een burn-out
Het weer aan de slag gaan is een soort achtbaan. Er zijn goede dagen, maar ook slechte dagen. Ik merk dat ik hem steeds wil afremmen. Ik vind de opbouw best snel gaan. Maar uiteindelijk is het niet mijn baan en ook niet mijn hoofd. Hij moet daar zelf een weg in vinden. Als partner kan ik hem alleen proberen te ondersteunen. Dat lukt de ene keer beter dan de andere keer, want overspannen mensen kunnen ook wel eens irritant zijn, echt waar. Maar we kunnen gelukkig goed met elkaar praten. Dat scheelt.
Want het zijn geen dingen die je van de ene op de andere dag kunt leren of juist loslaten. De periode rondom de burn-out is een proces van bewustwording. Je leert steeds eerder herkennen wat er misgaat of welke gedachte niet klopt. Je gaat steeds eerder herkennen hoe het voelt in je lichaam als je over je grens heen gaat. Je gaat beseffen waar je behoeften liggen en oefenen daar rekening mee te houden. Gerard is met vallen en opstaan op de goede weg en werkt alweer 6 uur op een dag.
Als partner weet ik steeds beter hoe ik hem kan ondersteunen. Ik leer ook wanneer ik de verantwoordelijkheid bij hem moet laten liggen. Zo houd ik niet alleen rekening met zijn grenzen maar ook met die van mezelf.