“Zo ruw als mijn zoon met zijn kleintjes omging, dat kon gewoon niet. Maakten ze lawaai? Dan schreeuwde hij. Zeuren? Een pets. Stopten ze niet? Dan sleurde hij ze soms behoorlijk hardhandig de kamer uit. Ik had er nooit zo op gelet, maar opeens zag ik het: ‘Dat heeft hij van mij’.
Nu schaam ik me ervoor, maar eerlijk gezegd was ik een moeder met losse handjes. Ik was snel boos en gaf nogal eens een tik. Praten was niet zo mijn stijl. Toen ik mijn eigen zoon hetzelfde zag doen, schrok ik. Ouders moeten zichzelf in de hand zien te houden.
Ik heb met mijn zoon gepraat. Makkelijk was dat niet. Eerst ontkende hij dat hij iets fout deed, daarna kwamen al snel de verwijten. Hoe ik ooit dít en een andere keer dát had bij hem had gedaan. Hoe bang hij soms van mij was en hoe hij altijd zijn best deed om mij niet boos te maken. Mijn stoere zoon van 35 was in tranen. Ik lig er nog weleens wakker van.
We hebben het besproken, zo goed als dat kon. Hij probeert het anders te doen. Daar helpen we elkaar bij. Ik zie mijn zoon nu tot 10 tellen als zijn zoontje zit te klieren. En ik ben trots hoe hij het doet. Toen zijn dochter haar eten steeds uitspuugde, zette hij rustig haar bord weg en at rustig verder. Later vroeg ze er weer om. ‘Zo kan het ook’, dacht ik toen.
Nooit gedacht dat ik dit nog eens van mijn zoon zou kunnen leren. Ik heb ‘m bedankt en geknuffeld. Zelf kijk ik nu geregeld op opvoedsites, net als hij. Er zijn zoveel tips te vinden. Ik heb vroeger veel dingen niet goed gedaan, maar ik wil graag bijleren. Om voor mijn kleinkinderen een fijne oma te zijn en om mijn zoon te steunen.”