Internationale Dag van de Vriendschap Toen ik dertien jaar was verhuisden wij uit een klein plattelandsstadje in Finland naar de grote hoofdstad Helsinki. Het leven in het plattelandsstadje was geordend en overzichtelijk. Alles verliep er langs gebaande paden, zoals het hoort. En dat was vertrouwd en veilig. De overgang naar Helsinki was niet alleen letterlijk groot, vijfhonderd kilometer, maar ook figuurlijk. Ik kon me er eerst totaal niet oriënteren. Ik voelde me er verloren en eenzaam. Op school werd ik gepest vanwege mijn plattelandsaccent en mijn afkomst. In de klas kwam ik naast een meisje te zitten dat een half jaar eerder als nieuweling was gekomen en eveneens, net als ik nu, een mikpunt van pesterijen was geweest. Ze keek half met medelijden, half met opluchting toe hoe het lot nu op mij viel.
Niets zoals het hoort
Ze heette Marisol en kwam uit Bolivia. Haar ouders hadden in verzet gezeten tegen het dictatoriale regime daar. Ze waren gevangengenomen, maar konden uiteindelijk vluchten naar Finland. Mari, zoals ze genoemd werd, was alles wat ik niet was en niet kende. Ze was communist. (Bij ons in de familie stond dat ongeveer gelijk aan een soort enge, besmettelijke ziekte.)
Ze deed niets zoals ‘het hoorde’. Ze droeg hele rare kleren. Ze kwam altijd te laat naar school. Ze had nooit geld. Ze leefde van de hand in de tand. Ze dacht overal anders over dan ik gewend was. Haar manier van denken en doen was voor mij onnavolgbaar. In het begin hadden we dan ook constant ruzie met elkaar. Toch was er ook iets dat ons naar elkaar toetrok. Gaandeweg raakten we steeds meer met elkaar bevriend. Het is vriendschap voor het leven geworden.
Grensverleggend
Mari was voor mij de wereld op zijn kop. En tegelijk grensverleggend. Door haar leerde ik dat je ook heel anders kunt leven en zijn dan ‘zoals het hoort’. Door haar durfde ik ook meer mijn eigen weg te ontdekken en te gaan.
Zo intens dichtbij
Sinds ik in Nederland woon zien we elkaar meestal maar een keer per jaar. Door de coronacrisis is zelfs die ene keer per jaar onzeker geworden. Maar ook die ‘grens’ wordt door de vriendschap verlegd. Midden in de coronacrisis stuurde ze me een app met een foto. Ze was op de veerboot onderweg van een eiland voor de kust van Helsinki waar ze woont. Ze schreef: “Hoi, ineens was je zo intens dichtbij dat ik je door mijn hele lijf voelde.”