“In de spiegel zie ik een jonge vrouw met een gezonde blos op de wangen. Maar mijn brein gaat op sommige dagen compleet de andere kant op. In mijn hoofd kan ik dan van een klein ongemak een forse handicap maken. Dat kuchje is vast taaislijmziekte en dat plekje eczeem vast het voorstadium van huidkanker, je kent het misschien. Voor ik het weet, zit ik na te denken over mijn afscheidsdienst.
Het is is niet zo dat ik me per se zorgen moet maken over ziekte en aftakeling. Mijn opa is 97 geworden, mijn oma woont nog op zichzelf. Mijn ouders zijn fitte zestigers en in de familie komen geen erge erfelijke ziektes voor. Maar ik kan het doemdenken soms niet stoppen, dat doemdenken.
Ik heb ook tijden dat ik best lekker in mijn vel zit. Dan voel ik rustig, tevreden en blij met mijn leven. Kleine pijntjes zijn dan gewoon wat ze zijn: klein en behapbaar. Inmiddels herken ik het patroon. Als ik het druk heb, veel stress en weinig tijd voor mezelf, gaan mijn gedachten met me op de loop. Dan kom ik in een negatieve spiraal.
Balans is voor mij het toverwoord. Voldoende bewegen, maar niet overdrijven. Lekker mijn rust pakken op de bank, maar daar ook weer niet eindeloos blijven hangen. Niet te lang op mijn telefoon en liever niet al te veel snoepen. Afspreken met vrienden, maar ook af en toe lekker alleen zijn.
Klink simpel, maar het lukt gewoon niet altijd om evenwichtig te leven. Maar áls mijn gedachten nu met mij op de loop gaan, vind ik nu in elk geval wél makkelijker de weg terug.”