Dag en nacht breng je met jezelf door. En toch is het niet mogelijk om jezelf 100% te kennen. Er zijn eigenschappen die je zelf niet ziet. Blinde vlekken noemen we dat. Daardoor heb je meer kanten dan je denkt. Mooie en minder mooie.
Een zegen en een vloek
Blinde vlekken zijn een zegen en een vloek tegelijk. In de juiste dosering laten ze je schitteren. Maar schiet je erin door? Dan zijn ze tot last. Deze blinde vlekken zien we veel:
- Je kunt goed organiseren –> risico: Je wilt overal zelf controle op houden
- Je bent sterk –> risico: Je negeert of verbergt je gevoelens
- Je bent zelfstandig–> risico: Je vindt dat je alles alleen moet kunnen
- Je bent zelfverzekerd–> risico: Je walst over anderen heen
- Je durft advies te vragen –> risico: Je laat anderen voor jou beslissen
- Je zorgt goed voor anderen –> risico: Je cijfert jezelf weg
- Je zorgt voor een fijne sfeer –> risico: Je wilt altijd iedereen tevreden houden
Ontmasker je blinde vlekken
Blinde vlekken kun je ontdekken. Als je maar vaak genoeg je neus stoot, gebeurt dat soms vanzelf. Dan voelt het alsof er een puzzelstukje op z’n plek valt. Of je wordt erop gewezen door een ander. Want typisch aan blinde vlekken is dat bekenden ze vaak wél zien. Kennis over je eigenschappen leert je wat je het liefst wilt en wat je goed kunt. Bovendien maakt het de omgang met anderen makkelijker. Bewust op zoek gaan naar je blinde vlekken kan daarom heel nuttig zijn.
Vijf gesprekstips
De beste manier daarvoor is om bekenden te vragen naar de eigenschappen die jou typeren. Wies de Windt, GZ-psycholoog bij GGzE, geeft tips hoe je zo’n gesprek kunt aanpakken.
- Vraag de juiste persoon
‘Kies iemand die je vertrouwt. Je stelt je immers kwetsbaar op. Maar kijk uit: het moet ook iemand zijn die eerlijk antwoord geeft.’
- Kies een goed moment
‘Het is geen gesprek over koetjes en kalfjes. Doe het daarom niet als je moe bent, of op een plek waar jullie worden afgeleid. Tijdens een wandeling kan fijn zijn, bij een dinertje of gewoon lekker op de bank.’
- Stel je open op
‘Je vraagt naar dingen die je nog niet weet. Dat kan moois opleveren, maar ook confronterend zijn. Zie alles als een kans. Een goede openingsvraag kan zijn: Wat vind je typisch mij? Positief én negatief.’ Luister goed naar wat de ander zegt.’
- Moedig eerlijkheid aan
‘Blijft het bij complimenten? Leg dan uit dat je, om vooruit te komen, ook benieuwd bent naar je mindere kanten. Het is niet erg als dat even vervelend voelt.’
- Vraag naar voorbeelden
‘Vraag om echt gebeurde voorbeelden. Zo kun je toetsen of je het goed begrepen hebt en sla je alles beter op. Mensen zijn geneigd om positieve feedback snel te vergeten en het negatieve grootser en langer te onthouden.’
Vervolgstappen
Weet je wat je blinde vlekken zijn? Dan is er niets mis mee om het hier bij te houden. Ze mogen er zijn. Is je nieuwsgierigheid gewekt? Dan kun je je onderzoek verdiepen. Wies legt uit hoe:
- ‘Noteer de feedback in een schrift. Zo kun je het later teruglezen. Weet je niet meer precies wat iemand heeft gezegd? Of bedenk je nog een vraag? Kom er dan bij de ander op terug.’
- ‘Je kunt het schrift ook als dagboek gebruiken. Elke dag of week een gedachte of observatie over je blinde vlekken noteren, maakt je bewuster.’
- ‘Zoek informatie op internet of doe een online persoonlijkheidstest.’
- ‘Laat je hoofd eens op een andere manier werken: laat je gedachten dwalen tijdens een wandeling, maak een moodboard over jouw blinde vlekken, of beluister muziek en bekijk filmpjes die erover gaan.’