Wie ziek is, heeft pijn en andere ongemakken. Het vraagt veerkracht om ermee om te gaan. Vooral als je een ziekte hebt die nooit meer helemaal overgaat. Hoe voorkom je dat jouw aandoening je hele leven verziekt?
- Leer je aandoening accepteren
Ontkennen helpt niet. Probeer je ziekte of aandoening te accepteren. Dat kost tijd, maar zo maak je ruimte voor nieuwe dingen. - Neem afstand van negatieve gedachten
‘Ik kan dit niet’. Herken je dit soort gedachten? Ze mogen er zijn, maar jouw wilskracht is er ook nog. Vaak kun je meer dan je denkt. - Durf hulp te vragen
Vraag hulp bij dingen die je zelf niet kunt: boodschappen, ziekenhuisbezoek, de ramen wassen. Veel mensen willen je graag helpen. - Blijf actief
Blijf dingen doen die je fijn en belangrijk vindt. Geeft dat problemen? Bespreek met je werkgever of school welke aanpassingen mogelijk zijn. - Verdeel je energie
Ontspanning is net zo belangrijk als inspanning. Verdeel je energie over de dag. Plan je agenda niet te vol. Neem ruimte voor ontspanning. - Houd een pijndagboek bij
Geef elke dag je pijn een cijfer tussen 1 (weinig) en 5 (veel) en schrijf het op. Zet erbij wat je die dag hebt gedaan. Zo kun je achterhalen welke dingen het ongemak erger of minder erg maken. Pas je gedrag daarop aan.