“Na een drukke en hectische periode in mijn leven zocht ik naar rust. Ik was er zo aan toe dat zelfs met vakantie gaan me te veel geregel en gedoe leek en toen bedacht ik: zou een retraite in een klooster misschien iets voor me zijn? Ik ging googelen en vond na een poosje zoeken een klooster midden in een prachtige omgeving. De zusters daar leven in stilte. Praktisch betekent het onder andere dat ze niet met elkaar praten op een paar vaste momenten na en verder alleen als het echt noodzakelijk is.
Het leek me een uitgelezen plek om tot rust te komen. Maar toen ik er eenmaal was en die stilte echt tot me door begon te dringen werd ik overvallen door eenzaamheid. Het is een akelig gevoel en als het even kan loop ik er voor weg. Maar in het klooster kon dat niet. Er is weinig afleiding: geen tv, muziek of even met iemand kletsen. Nee, je bent er vooral met jezelf en dus ook met dat alles waar ik in mezelf geen raad mee weet: het gevoel van leegte, verlatenheid, van nergens bij horen en vooral ook de angst voor dit alles.
Merkwaardig
Ik zou er drie weken blijven, maar na drie dagen dacht ik al: ik houd het niet langer vol. Maar toen gebeurde er iets merkwaardigs. Terwijl ik het gevoel had dat ik door mijn bodem heen zakte, keek ik om me heen. Ik had de zusters al vaker gezien, maar voor het eerst zag ik ze pas echt. Één voor één. Terwijl het gevoel van eenzaamheid bleef, realiseerde ik me tegelijk: deze zusters kennen dat gevoel ook. Ze zijn er ook doorheen gegaan. Ik ben hier niet alleen.
Op adem komen
“Eenzaam maar niet alleen”. Ik heb deze titel van de autobiografie van koningin Wilhelmina nooit goed begrepen. Ik wilde het altijd omdraaien: “alleen maar niet eenzaam”. Want alleen zijn kan af en toe zelfs fijn zijn, maar eenzaamheid nooit. Maar nu ik er eenmaal niet omheen kon eenzaam te zijn, merkte ik dat dit misschien het enige is wat ik tegen eenzaamheid kan doen: het onder ogen te zien. Pas dan kan ik die anderen ook zien. En ben ik niet alleen. Dat maakt de eenzaamheid te dragen. En samen met de zusters werd de stilte een ruimte waarin ik op adem kwam.”
Auteur Inkeri is werkzaam bij GGzE als geestelijk verzorger.